Klinkt mooi, hè? Misschien heb je toch nog enkele vragen. We zetten hieronder de meest gestelde vragen over onze aanpak op een rij.
Hoe weet je zeker dat je werkgroep compleet is?
Dat weten we nooit helemaal zeker, maar we stellen onze werkgroepen zorgvuldig samen. We maken altijd eerst een knelpuntenanalyse van het veelvoorkomende probleem. Waarom melden mensen een datalek bijvoorbeeld niet? Waarom kiezen mensen voor onveilige manieren van digitale communicatie? Door publicaties te bestuderen en experts te raadplegen, komen we tot een oorzaak-gevolgdiagram (zie pagina 6 van de toolkit ‘Veilig communiceren’). Dit diagram helpt ons te bepalen welke expertisen nodig zijn om de oorzaken van onveilig gedrag aan te pakken. Op basis hiervan maken we een profiel voor werkgroepleden en werven en selecteren we de juiste personen. De uiteindelijke werkgroep kan zich vervolgens laten adviseren door experts of behoefte-onderzoek uitzetten onder de beoogde doelgroep van de hulpmiddelen.
Waarom kiezen jullie voor werkgroepleden uit de praktijk?
Onze hulpmiddelen zijn van en voor de praktijk. Mensen die in de zorg werken, kunnen het beste inschatten waar behoefte aan is en welke informatieveilig gedrag zij willen verbeteren. Zij hebben bovendien zicht op goede voorbeelden en een schat aan ervaringskennis. Zij weten wat wel of niet werkt in de dagelijkse praktijk van de zorgprofessional. Ook hebben zij geen politieke belangen: zij kunnen op persoonlijke titel spreken. Zo kunnen we inhoudelijk gedreven besluiten nemen op basis van de kracht van deep democracy. Tot slot is het voor mensen uit de praktijk zelf waardevol om in een werkgroep deel te nemen omdat zij ter plekke elkaar kunnen helpen door eigen ervaringen te delen. Daarnaast kunnen zijn fungeren als ambassadeurs voor het ontwikkelde hulpmiddel in de praktijk.
Hoe bepalen jullie welke hulpmiddelen jullie gaan ontwikkelen?
We kiezen onze hulpmiddelen op basis van grondige analyses. We maken een knelpunten-analyse die laat zien wat de oorzaken van onveilig gedrag zijn. Hierdoor kunnen we bepalen aan welke knoppen (oorzaken) we moeten draaien om tot informatieveilig gedrag te komen. De werkgroep brainstormt vervolgens over welke interventies bijdragen aan het oplossen van die knelpunten. Het team van IVGZ brengt inspirerende voorbeelden en relevante kennis in, zodat de werkgroepleden een goede keuze kunnen maken. Na de lancering van de hulpmiddelen halen wij als programma permanent feedback op. Als we merken dat er behoefte is aan aanvullende instrumenten of een actualisatie op de inhoud, kunnen we een hulpmiddel uitbreiden of aanscherpen met de oorspronkelijke of een nieuwe werkgroep.
Hoe zorgen jullie ervoor dat hulpmiddelen gedragen worden door de praktijk?
We ontwikkelen onze hulpmiddelen met werkgroepleden uit de praktijk. Zij kunnen goed inschatten waaraan behoefte is en wat voor eindgebruikers een bruikbaar hulpmiddel is. Ook kunnen zij concept-producten testen onder hun collega’s. We benutten onze eigen communicatiekanalen en die van koepelorganisaties om zoveel mogelijk mensen in de zorg te bereiken. Ook na de publicatie van onze hulpmiddelen monitoren we of de hulpmiddelen nog aansluiten bij de behoeften van eindgebruikers. Als er nieuwe ontwikkelingen of behoeften zijn, passen we hulpmiddelen aan. Het programma heeft daarnaast een klankbordgroep waarin koepelorganisaties vertegenwoordigd zijn, zodat hun perspectieven bij de ontwikkeling van hulpmiddelen ook een plek krijgen.